Donkere groengrijze en blauwgrijze, plastische klei. Lokaal met bioturbatiesporen; kan aan de basis glauconiethoudend zijn en licht glimmerhoudend. Doorgaans zwak kalkhoudend tot kalkloos. Met name het bovenste deel van het laagpakket is zandig en kalkloos in een proximale positie. In oostelijk Nederland, dicht bij de paleo-kustlijn, is dit gedeelte zeer zandig, bruingekleurd en bevat het bruinkoolfragmenten. Afzettingen in de bekkenrand bevatten schelpen en Nummulieten aan de basis.
Open-marien milieu in vrij ondiep water (tot 200 m diep).
De ondergrens wordt getrokken bij de overgang naar het Zand van Brussel Laagpakket of het Mergel van Brussel Laagpakket. Grens is doorgaans duidelijk, maar kan plaatselijk geleidelijk zijn.
Waar de opeenvolging niet afgesneden is door latere erosie wordt het Laagpakket van Asse in het grootste gedeelte van on- en offshore Nederland discordant bedekt door de Rupel Formatie. Waar laatstgenoemde begint met het zandige Laagpakket van Berg (bijv. Midden-Nederland), is de bovengrens scherp. Waar het Laagpakket van Berg afwezig is, rust het Laagpakket van Boom direct op de laagpakketten van Asse of Engelschhoek, waardoor het vaststellen van de grens lastig kan zijn. Echter, op boorgatmetingen heeft het Laagpakket van Boom en wat hogere gamma-ray uitslag dan de kleien van de Onder-Noordzee Groep. Biostratigrafische analysen worden dan vaak gebruikt om de grens te verifiëren.