Code
NUNAWOVE
Status
Formeel (Weerts 2003). Voor het eerst beschreven door Bennema (1954).
Lithologische beschrijving
Donkergrijze klei, stug, humeus, gelamineerd, veelal met riet doorworteld, lokaal veel Peringia ulvae schelpen (deels in lagen), ingeschakelde silt-, zand- en organische detrituslaagjes. Naar de top toename in fijn zand en afname in organische stof.
Afzettingsmilieu
Infralittoraal lagunair, brak, zouter naar de top (Bennema 1954; Van Straaten 1957).
Definitie ondergrens
Veelal, concordante en geleidelijke overgang naar veen (Basisveen Laag, Formatie van Nieuwkoop). Elders op Pleistoceen zand (Formaties van Boxtel en Kreftenheye).
Definitie bovengrens
Discordant, erosief contact met getijzand (Formatie van Naaldwijk). Lokaal offshore, discordant contact met marien zand (Southern Bight Formatie) of slib (Urania Formatie; Rijsdijk et al. 2005).
Dikte indicatie
Tot ongeveer 2,5 m.
Geografische verbreiding
Relatief kleine en versnipperde voorkomens, vooral in het West-Nederlandse kustgebied maar ook in Zuidwest- en Noord-Nederland (Vos & Van Kesteren 2000; Westerhoff et al. 2003).
Regionale correlatie
Noordzee: Elbow Formatie, gekarteerd in samenspraak met de Britse en Belgische Geologische Diensten; VK: onderdeel van de British Coastal Deposits Group (McMillan et al. 2011); DUI: onderdeel van het Küstenholozän (Barckhausen et al. 1977; Preuss, 1979); BEL: onderdeel van het Lid van Calais, Formatie van Vlaanderen (Paepe & Baeteman 1979).
Ouderdom
Holoceen (Northgrippien)
Holostratotype
Boring:
Nog niet vastgesteld.
Diepte (dikte) langs boorgat:
Nog niet vastgesteld.
Opmerkingen:
Voorlopige locatie: Velsertunnel boorkern (Van Straaten 1957).
Hypostratotype
Boring:
Nog niet vastgesteld.
Diepte (dikte) langs boorgat:
Nog niet vastgesteld.
Opmerkingen:
Voorlopige locatie: B19C0744, interval 25,80-28,25 m beneden maaiveld.
Oorsprong naam
Vernoemd naar Velsen.
Vorige benaming(en)
Hydrobia-klei (Van Straaten 1957).
Gereviewed door (datum)
Wim Dubelaar (2018), Sytze van Heteren (2019).
Referenties
Barckhausen, J., Preuss, H., Streif, H.-J. 1977. Ein lithologisches Ordnungsprinzip für das Küstenholozän und seine Darstellung in Form van Profiltypen. Geologisches Jahrbuch Reihe A 44, 45-77.
Bennema, J. 1954. Bodem- en zeespiegelbewegingen in het Nederlandse kustgebied. PhD Thesis, Wageningen University, 85 p.
McMillan, A.A., Hamblin, R.J.O., Merritt, J.W. 2011. A lithostratigraphical framework for onshore Quaternary and Neogene (Tertiary) superficial deposits of Great Britain and the Isle of Man. British Geological Survey Research Report, RR/10/03, 343 p.
Paepe, R., Baeteman, C. 1979. The Belgian coastal plain during the Quaternary. In: Oele, E., Schüttenhelm, R.T.E., Wiggers, A.J. (eds.), The Quaternary History of the North Sea. Acta Univ. Ups. Symp. Univ. Ups. Annum Quingentesimum Celebrantis: 2, Uppsala, 143-146.
Preuss, H. 1979, Die holozäne Entwicklung der Nordseeküste im Gebiet der östlichen Wesermarsch. Geologisches Jahrbuch Reihe A 53: 3-84.
Van Straaten, L.M.J.U. 1957. The Holocene deposits. The excavation at Velsen. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch en Mijnbouwkundig Genootschap, 17 (2), 158-183.
Vos, P.C., Van Kesteren, W.P. 2000. The long-term evolution of intertidal mudflats in the Northern Netherlands during the Holocene; natural and anthropogenic processes. Continental Shelf Research 20, 1687-1710.
Westerhoff, W.E., Wong, Th.E., De Mulder, E.F.J. 2003. Opbouw van de ondergrond. Deel 3. In: De Mulder, E.F.J., Geluk, M.C., Ritsema, I., Westerhoff, W.E., Wong, Th.E. (eds.): De ondergrond van Nederland. Netherlands Institute of Applied Geosciences TNO - National Geological Survey, 249-352.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Laag van Velsen. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op http://acc.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/laag-van-velsen.