Code
ROCLE
Status
Formeel (NAM & RGD 1980). Bijgewerkt (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1994)
Lithologische beschrijving
Afwisseling van dikke lagen roodbruine, zandige klei- en siltstenen, schone haliet en wit tot roze anhydriet- en carbonaatlagen. Evaporietmineralen komen vaak als knollen voor in de kleistenen. De originele gelaagdheid van de kleistenen is vaak verstoord door het uitgroeien van evaporietknollen en klei-krimpscheuren 'mudcracks' (zie Mijnlieff et al 2011, Appendix B).
Afzettingsmilieu
Zoutmeer en de randen, in het midden van het bekken (Fryberger et al. 2011 en Gast et al. 2010).
Definitie ondergrens
Getrokken aan de top van het Onder-Silverpit Kleisteen Laagpakket, wat gekenmerkt is door de afwezigheid van dikke evaporiet intervallen.
Definitie bovengrens
Getrokken aan de basis van het Boven-Silverpit Kleisteen Laagpakket, wat gekenmerkt is door de afwezigheid van dikke evaporiet intervallen.
Dikte indicatie
Tot 715 m in G13-01.
Geografische verbreiding
Regionale correlatie
VK: Silverpit Evaporitic Member; DUI: Elbe Sub-Group; BEL: -.
Ouderdom
Capitanien - Wuchiapingien.
Holostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
3258 - 3438 m (180 m)
Opmerkingen:
Algemeen wordt aangenomen dat de verschillende halietlagen gevormd zijn in periodes van droogte. Tevens wordt aangenomen dat de bekkenwaartse verbreiding van de zandtongen van de Formatie van Slochteren ook gerelateerd zijn aan deze droge periodes. Voor correlatie doeleinden kunnen de evaporietrijke intervallen gecorreleerd worden met het Boven- en/of Onder-Slochteren laagpakketten.
Hypostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
3384 - 3814 m (430 m)
Hypostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
3405 - 3587 m (182 m)
Oorsprong naam
Naam is afgeleid van de voornaamste lithologie in dit laagpakket.
Vorige benaming(en)
Geen.
Gereviewed door (datum)
Harmen Mijnlieff (2017).
Referenties
NAM & RGD 1980. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 32, 77 p.
Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1994. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands; revision and update by RGD and NOGEPA, Section D, Permian. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-42.
Fryberger,S., Knight,I.A., Hern,C., Moscariello,A., Kabel,S. 2011. Rotliegend facies, sedimentary provinces, and stratigraphy, Southern Permian Basin UK and Netherlands: A review with new observations. SEPM Special Publication, 98, 51-88.
Gast,R.E., Dusar,M., Breitkreuz,C., Gaupp,R., Schneider,J.W., Stemmerik,L., Geluk,M.C., Geißler,M., Kiersnowski,H., Glennie,K.W., Kabel,S., Jones,N.S. 2010. Rotliegend. EAGE Publications b.v., Houten, Chapter 7, 100-121.
Mijnlieff, H.F., Van Ojik, K., Nortier, J., Okkerman, J.A., Gaupp, R. & Grötsch, J. 2011. The Permian Rotliegend of the Netherlands: Core Atlas, Appendix B.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Silverpit Evaporiet Laagpakket. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op http://acc.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/silverpit-evaporiet-laagpakket.