Code
RNSOC
Status
Formeel (NAM & RGD 1980). Bijgewerkt (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1993).
Lithologische beschrijving
Rode, groene en plaatselijk grijze kleistenen. Hebben vaak hoge gamma-ray waarden in het basale deel; kan enkele zandsnoeren bevatten.
Afzettingsmilieu
Lacustrien met eolische inschakelingen.
Definitie ondergrens
Nog niet vastgesteld.
Definitie bovengrens
Nog niet vastgesteld. Indien het niet mogelijk is om het Solling Kleisteen Laagpakket te onderscheiden van de bovenliggende Röt Formatie, kunnen deze samen worden genomen tot de informele boven-Bunter eenheid.
Dikte indicatie
Tot, en soms meer dan, 100 m.
Geografische verbreiding
Regionale correlatie
VK: ?; DUI: Solling Formation; BEL: Solling Formation.
Ouderdom
laatst Olenekien - vroegst Anisien.
Holostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
3929 - 3964 m (35 m)
Parastratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
2447 - 2513 m (66 m)
Hypostratotype
Boring:
Diepte (dikte) langs boorgat:
2524 - 2532 m (8 m)
Oorsprong naam
Naam is afgeleid van de Duitse stratigrafische nomenclatuur.
Vorige benaming(en)
Geen.
Gereviewed door (datum)
Johan ten Veen (2017).
Referenties
NAM & RGD 1980. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 32, 77 p.
Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1994. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands; revision and update by RGD and NOGEPA, Section E, Triassic. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-28.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Solling Kleisteen Laagpakket. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op http://acc.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/solling-kleisteen-laagpakket.