Formatie van Weiteveen

SKWF

Formeel (NAM & RGD 1980). Bijgewerkt (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1993).

Op verhogingen ('swells') bestaat het doorgaans uit grofzandige tot conglomeraatachtige klastische afzettingen, gevolgd door licht - tot donkergrijze, anydritische, mergelige kleistenen met kalksteen inschakelingen. In de diepere delen van de bekkens komen halietinschakelingen voor. Richting de westelijke en noordelijke randen van het Nedersaksisch Bekken verliezen de basale klastische sedimenten hun prominente voorkomen terwijl de evaporiet inschakelingen overgaan naar kleisteen.

Deels afgesloten lacustriene bekkenrand tot marginaal-marien subbekken (lagunair) milieu. Dit gaat aan de uiterste bekkenranden over in een overstromingsgebied tot riviervlakte milieu. Estuariene bekkencirculatie zorgde voor de periodieke afzetting van evaporieten.

Ligt discordant op de Altena Groep of oudere sedimenten.

Duidelijke marker in boorgatmetingen, overeenkomend met een opvallende overgang naar een kleiig-mergelig interval met fossielhoudende kalkstenen (top Serpuliet Laagpakket).

Tot 289 m (DRO-01).

VK: ?; DUI: Münder Mergel en Serpulit (Münder Formation); BEL: -.

Kimmeridgien - vroeg Berriasien.

Vernoemd naar Weiteveen, gemeente Schoonebeek, Drenthe.

Geen.

Sander Houben (2017).

NAM & RGD 1980. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 32, 77 p.

Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1993. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands; revision and update by RGD and NOGEPA, Section G, Upper Jurassic and Lower Cretaceous. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-80..