Voornamelijk carbonaatgesteenten. Het merendeel omvat witte, vaalgele, crème en lichtgrijze, harde, fijnkorrelige bioklastische kalkstenen en mergelige kalkstenen. Oorspronkelijk hadden deze kalkstenen een wat meer krijtkalkachtig uiterlijk, maar als gevolg van diepe begraving zijn ze sterk gecompacteerd. Plaatselijk komen mergels, kalkhoudende kleistenen en glauconiethoudende zanden voor. Geïsoleerde, of laagparalelle vuursteen concreties komen veelvuldig voor. Langs de bekkenrand in Zuidoost-Nederland worden grovere bioklastische kalkstenen en zandtongen aangetroffen. In de nabijheid van inversie structuren (bijv. de Centrale Slenk, Peelblok) komt ook zand voor.
Geheel mariene afzettingen, met uitzondering in Zuidoost-Nederland. Boven-Krijt krijtkalken worden over grote delen van het aardoppervlak aangetroffen en weerspiegelen een lange periode van relatief stabiele en uniforme afzettingscondities. Sedimentologische kenmerken die samenhangen met een helling afwaarts gericht sedimenttransport en het veelvuldig voorkomen van planktonische fossielen duiden op een minimale waterdiepte, terwijl de aanwezigheid van lichtafhankelijke benthische organismen, zoals bijv. bryozoeën, duiden op een ondiep water milieu. Ostracoden met ogen worden in de gehele opeenvolging aangetroffen en duiden op afzetting in de fotische zone. De meeste auteurs zijn het er over eens dat de afzettingsdiepte van de krijtkalken ruwweg tussen de 50 en 300 m lag. De aan de bekkenrand (bijv. Zuid-Limburg) aangetroffen lenzen met grove, bioklastische kalkstenen en glauconiethoudende zandtongen duiden op een ondieper afzettingsmilieu. Hardgrounds, aanwezig door de gehele opeenvolging, zijn gerelateerd aan subrosie (oplossing van carbonaten onder het oppervlak), non-depositie of abrasie veroorzaakt door of zeespiegelfluctuaties of kleinschalige tektonische opheffing.
Basis van de kalksteen opeenvolging liggend op (voornamelijk roodbruine) mergels van de Formatie van Holland. Op boorgatmetingen is deze grens vaak zichtbaar als een duidelijke afname in gamma-ray waarden en een toename in weerstand en sonische snelheid.
Basis van de zanden, mergels en kleien van de Onder-Noordzee Groep (Boven-Paleoceen) of, waar deze groep afwezig is, de Midden-Noordzee Groep.