De vernieuwde Stratigrafische Nomenclator is grotendeels gebaseerd op de informatie die via de online voorgangers ‘Ondiepe Nomenclator’ en ‘Diepe Nomenclator’ te vinden was. Het is in grote lijnen een vernieuwde vormgeving en weergave van bestaande informatie. Zo is voor iedere eenheid de volgorde van onderwerpen ten opzichte van de vorige versie aangepast, zijn nieuwe verbreidingskaarten gemaakt en zijn waar mogelijk kernfoto’s toegevoegd. Teksten zijn korter en bondiger geworden. Voor de Boven-Noordzee Groep zijn alle teksten volledig herzien en zijn laagpakketten en lagen toegevoegd.
Lopende herzieningen
De vernieuwde vormgeving is slecht het begin van een reeks herzieningen van de Stratigrafische Nomenclator. Nu het technische gedeelte is afgerond worden de definities van verschillende stratigrafische eenheden herzien. Momenteel wordt gewerkt aan de volgende eenheden:
- Siluur – Devoon: de stratigrafische indeling van het Siluur en Devoon in Nederland is gebaseerd op Van Adrichem Boogaert & Kouwe (1994). Afzettingen uit het Siluur zijn niet formeel aangetoond, er bestaat dan ook slechts een informele eenheid Siluur (OS). Voor afzettingen uit het Devoon in het zuiden van Nederland bestaat de informele Banjaard groep (OB). Sinds de publicatie van Van Adrichem Boogaert & Kouwe (1994) zijn nieuwe boorgegevens en seismiek beschikbaar gekomen in zowel Nederland als de buurlanden, waardoor een herziening van Siluur en Devoon mogelijk geworden zijn. Daarnaast is het Devoon mogelijk interessant voor geothermie;
- Boven-Jura – Onder-Krijt in het Breeveertienbekken en het West Nederland Bekken: de stratigrafische indeling van Boven-Jura – Onder-Krijt afzettingen in het Breeveertienbekken en het West Nederland Bekken is gebaseerd op Van Adrichem Boogaert & Kouwe (1993). Sinds die publicatie zijn er vooral de laatste jaren veel nieuwe gegevens bij gekomen dankzij de geothermie exploratie. Verschillende studies en publicaties wijzen erop dat de bestaande lithostratigrafische indeling niet meer voldoet. Daarom wordt nu gewerkt aan herziening van deze lithostratigrafie;
- Paleogeen – Neogeen: definities van de Formatie van Dongen worden herschreven wegens verdubbelingen en onjuistheden. Voor de Formatie van Tongeren en de Rupel Formatie zijn eveneens aanpassingen van de definities nodig, nu daar in de hiërarchie wijzigingen zijn doorgevoerd om beter aan te sluiten bij de Belgische stratigrafische indeling. Naar aanleiding van de recente publicatie met voorstellen tot herziening van de Formatie van Breda en de Formatie van Oosterhout, zijn hier ook aanpassingen van de definities te verwachten;
- Holoceen: er zijn verschillende knelpunten in de lithostratigrafie van het Holoceen herkend. Ook worden in sommige GeoTOP modellen andere definities gehanteerd dan de definities in de Stratigrafische Nomenclator. Om deze knelpunten te verhelpen worden op korte termijn aanpassingen van de definities gemaakt;
- Noordzee: stratigrafische eenheden in de ondergrond van het Nederlands Continentaal Plat (NCP) zijn toegevoegd aan de vernieuwde Stratigrafische Nomenclator in de Boven-Noordzee Groep. De definities zijn nog niet uitgebreid en verbreidingskaarten ontbreken. Momenteel wordt gewerkt aan uitbreiding van de informatie over deze eenheden.
Toekomstige herzieningen en uitbreidingen
Lopende geologische studies leiden tot nieuwe stratigrafische inzichten. Daardoor zijn aanpassingen van de definities van de Stratigrafische Nomenclator op termijn nodig voor onderstaande eenheden:
- Dinantien (onder Carboon/Mississippien): de SCAN studie van TNO en EBN heeft mogelijk nieuwe inzichten van de kalksteenlagen uit het Dinantien;
- Perm: nieuwe basale Rotliegend zandsteen aangeboord door boring N05-01 in 2017 (Ruby ontdekking);
- Pleistoceen: vergelijkbaar met het Holoceen zullen knelpunten in de lithostratigrafie van het Pleistoceen opgelost moeten worden.
Naast bovenstaande herzieningen van definities wordt gestreefd naar de uitbreiding van het aantal eenheden met kernfoto’s, ook voor eenheden van de Noordzee Supergroep. Ook zullen de figuren van de typesecties een uniform ontwerp krijgen en komen er nieuwe tectono-stratigrafische tabellen.