Limburg Groep

Code
DC
Status
Formeel (NAM & RGD 1980). Bijgewerkt (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1995).
Lithologische beschrijving

Een groep van klastische formaties die een dikke, monotone opeenvolging vormen van voornamelijk grijze tot zwarte, fijnkorrelige silliciklastische afzettingen. Bevat vaak ingeschakelde steenkoollagen in het middelste en bovenste deel. Fossielhoudende mariene lagen zijn vaak ingeschakeld in de oudere delen, maar worden zeldzamer in de middelste delen en zijn afwezig in het jongste interval. De groep bestaat ook uit lichtgekleurde, massieve zandstenen en primaire rode zandsteen ('red bed') intervallen zonder steenkoollagen. Vulkanische lagen (voornamelijk mm-dunne tuflagen) zijn lokaal ingeschakeld. Het basale interval bestaat vaak uit zwarte, bitumineuze schalie, met plaatselijk verkiezelde kalksteenlaagjes. Secundaire roodkleuring wordt vaak aangetroffen onder de discordantie aan de top.
In dit interval worden verschillende intrusieve gesteentetypen aangetroffen (Eigenfeld 1986) die vaak veel jonger zijn dan de omliggende sedimenten van Pensylvanien tot boven Mississippien (Silesien) ouderdom. Stratigrafisch ingeschakelde vulkanische gesteenten zijn zeldzaam en dun. Deze (o.a. 'Tonstein' lagen) maken onderdeel uit van Limburg Groep.

Afzettingsmilieu

Over het algemeen een regressief deltaïsch voorlandbekkenopvulling (van Wijhe 1974; Ramsbottom 1979; Ramsbottom 1987; Guion 1988). Het oudste interval bestaat uit fijnkorrelige mariene of lacustriene bekkenbodemafzettingen en turbidietachtige distale delta-afzettingen. Het middelste deel wordt gedomineerd door een inschakeling van deltaïsche en fluviatiele stromingsvlakteafzettingen. Het jongste interval betreft (lokaal grofkorrelige) fluviatiele stromingsvlakteafzettingen die soms een primaire 'red bed' facies hebben. Mariene invloeden namen af met de tijd.

Definitie ondergrens

Slecht bekend omdat slechts een paar boorgaten, verspreid over een groot gebied, de eenheid hebben aangeboord. Richting het Londen-Brabant Massief rust de groep op de carbonaten (vaak verkiezeld) van de Kolenkalk Groep (Dinantien). Nabij het Mid Noordzee Hoog gaat de groep over in een afwisseling van carbonaten en klastische afzettingen van de Yoredale Formatie (Farne Groep).

Definitie bovengrens

Discordant bedekt door de Onder-Rotliegend Groep (vulkanieten, vulkanoklasten, 'red beds'), Boven-Rotliegend Groep ('red bed' klastische afzettingen, evaporieten), Zechstein Groep (kleistenen, carbonaten, evaporieten), Rijnland Groep (glauconiethoudende zanden, kleien, mergels) of de Krijtkalk Groep (glauconiethoudende zanden, mergel en krijtkalk). In de specifieke eenheid definities zullen deze afgesneden situaties niet afzonderlijk besproken worden.

Dikte indicatie
Tot 1335 m in WSK-01.
Geografische verbreiding
Regionale correlatie
VK: Millstone Grit Group, Coal Measures and Warwickshire Group; DUI: Ruhr-Gruppe; BEL: Belgian Coal Measures Group.
Ouderdom
Serpukhovien - Moscovien.
Holostratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
1434 - 4644,5 m (3210,5 m)
Opmerkingen:
De originele definitie van de NAM and RGD (1980) is significant gewijzigd. Typeboorgat Rijsbergen-1 ligt in een complexe structurele setting, waar een grote breukzone de Limburg Groep doorsnijdt. Als gevolg van de slechte kwaliteit van de aanwezige seismische data kan de invloed van deze breuk niet volledig vast gesteld worden.
Hypostratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
489 - 1665 m (1176 m)
Oorsprong naam
Vernoemd naar de provincie Limburg.
Vorige benaming(en)
Geen.
Gereviewed door (datum)
Tom van Hoof (2017).
Referenties
Eigenfeld, R,W.F., & Eigenfeld-Mende, 1. 1986. Niederländische Permokarbone basische Magmatite als Fortsetzung der spilitisierten Effusiva in NW-Deutschland - Meded. Rijks Geol. Dienst, 40, 11-21.
Guion, P.D. & Fielding, C.R. 1988. Westphalian A and B sedimentation in the Pennine Basin. ln: Besly, B.M. & Kelling, G. (eds.): Sedimentation in a synorogenic basin complex - the Upper Carboniferous of Northwest Europe, 153-177.
NAM & RGD 1980. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands. Verhandelingen van het Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap 32, 77 p.
Ramsbottom 1979. Rates oftransgression and regression in the Carboniferous of NW Europe - J. Geol. Soc. London, 136, 147-154.
Ramsbottom, W.H.C., Calver, M., Eagar, R.M.C., Hodson. F., Holliday, D.W., Stubblefield, C. & Wilson, R.W. 1978. A correlation of Silesian Rocks in the British lsles - Geol. Soc. London, Spec. Reprint 10,81 pp.
Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1995. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands, revision and update by RGD and NOGEPA, Section C, Silesian. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-40.
van Wijhe, D.H. & Bless, M.J.M. 1974. The Westphalian of The Netherlands with special reference to miospore assemblages - Geol. en Mijnbouw, 53, 295-328.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Limburg Groep. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op http://acc.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/limburg-groep.