Grijs tot grijsblauw matig tot uiterst grof zand (210-2000 µm), grindhoudend, overwegend kalkloos. Groengrijs tot blauwgrijs grind, fijn tot zeer grof (2-63 mm), zandig, overwegend kalkloos. Lokaal keien en blokken (tot ongeveer 1,5 m in diameter). In mindere mate zandig leem- en kleilagen. Lokaal een lemige toplaag die lijkt op het Laagpakket van Wijchen (Formatie van Kreftenheye).
Fluviatiel (Maas). Brongebied in de Ardennen en noordoost-Frankrijk, inclusief Lotharingen en de Vogezen.
In Roerdalslenk grindige en grofzandige geulbodemafzetting aan de basis, en scherp contact met bonter, micahoudend en grindig fluviatiel zand (Formatie van Sterksel).
Veelal aan maaiveld. In Midden-Nederland geleidelijke overgang naar soortgelijke fluviatiele afzettingen (Formatie van Kreftenheye). Op het Peelblok en in de Roerdalslenk, scherp contact met fijner eolische en lokaal rivierzand (Formatie van Boxtel).