Afwisseling van opeengestapelde, gelaagde, verbonden zandsteenlichamen van geulopvullingen, kleisteen intervallen en steenkoollagen. Zandsteen intervallen zijn 3 tot 25 m dik, gemiddeld 10 m. Op logs hebben ze vaak een klokvormig patroon. Het zand is crème tot roze gekleurd, fijn- tot zeer grofkorrelig, lokaal conglomeraatachtig en/of kalkhoudend, afgerond tot subhoekig, goed tot slecht gesorteerd en goed gecementeerd. Zandige kleisteen intervallen kunnen tot 25 m dik zijn en lokaal tot 50% of meer van het bulk volume van het laagpakket opmaken. Steenkoollagen kunnen tot 5% van het laagpakket uitmaken.
Slecht tot matig afwaterende riviervlakte met kortdurende marine incursies.
Zandstenen: vlechtende fluviatiele geulsystemen die vanuit het noorden het bekken instroomden. Individuele beddingsystemen verenigden zich vaak tot zandlagen. Sommige fluviatiele systemen werden begrensd door structurele breukstructuren, waardoor er meerdere gestapelde zandlichamen ontstonden.
Dit systeem werd periodiek afgewisseld door slecht afwaterende overstromingsvlaktes, moerassen of lacustriene-systemen.
Getrokken aan de basis van de onderste dikke zandsteenlaag van het door zandsteen gedomineerde interval. Deze laag snijdt de bovenste duidelijke 'coarsening upward' cyclus af.
De overgang naar de bovenliggende Formatie van Maurits wordt gekenmerkt door een abrupte overgang van dikke gebankte (keiige) zandstenen naar een dikke opeenvolging van donkergekleurde kleistenen met veel steenkoollagen.