Voornamelijk roodbruine, maar ook beige, grijze of bonte, siltige tot zeer fijnkorrelige zandige kleistenen. Ingeschakelde zandsteenlagen zijn 2 tot 30 m dik. De zanden zijn licht, groen tot geel, grijs of rood, subhoekig tot afgerond, matig tot goed gesorteerd, fijn- tot grofkorrelig. De kleisteen intervallen zijn tussen de 10 en 70 m dik, gemiddeld 40 m. Kalkhoudende deeltjes komen in de grijze kleistenen voor, met name in het onderste deel. Steenkoollagen zijn zeldzaam tot afwezig.
Voornamelijk goed gedraineerd, distaal fluviatiele stroomgordel of overstromingsvlakte milieu met vlakteafspoelingen en een paar fluviatiele geulsystemen.
Getrokken aan de basis van het eerste meer dan 60 m dikke kleisteen interval wat de bovenste massieve zandsteenlaag van de Formatie van Hellevoetsluis bedekt. Waar de afzettingen te fijnkorrelig zijn om Formatie van Hellevoetsluis genoemd te worden, kan de Formatie van Strijen (min of meer concordant) op de Formatie van Maurits rusten.
Afgesneden door de Saalische Discordantie. Voorheen werd gedacht dat de Carboon afzettingen in het grootste deel van het Kempisch Bekken direct bedekt werd door de Onder-Germaanse Trias Groep.