Opeenvolging van donkergrijze of zwarte, siltige kleistenen met een variërend aantal steenkoollagen (tot 2 m dik), en grijze of vale, zeer fijn- tot fijnkorrelige, matig tot slecht gesorteerde, kleiige of siltige zandsteenlagen (tot 5 m dik).
De boorgatmetingen van de formatie lijken een zigzag patroon te hebben, met subtiele klok- en trechtervormen, wat de gestapelde 'fining upward' en 'coarsening upward' cycli weergeven en de continue afwisseling van dun gelaagde lithologiën.
De formatie wordt gekenmerkt door een opeenstapeling van min of meer symmetrische 'fining upward' en 'coarsening upward' opeenvolgingen met een gemiddelde dikte van 50 m. Een geleidelijke verschuiving van 'coasrening upward' naar 'fining upward' gedomineerde cycli kunnen naar boven toe worden waargenomen, in vier afzonderlijke fasen.
De Formatie van Ruurlo kan onderscheden worden van de Formatie van Klaverbank en de formaties van de Dinkel Subgroep door het gebrek aan dikke, massieve zandsteen inschakelingen.
Slecht afwaterend delta en fluviatiel stroomgordelsysteem, dat zich herhaaldelijk uitbouwt naar een geleidelijk opvullend lacustrienbekken met variërende waterstanden. Mariene incursies (voornamelijk brak) zijn zeldzaam.
Bedekt concordant de Formatie van Baarlo. Op de grens gaat het patroon van dikke, opeengestapelde 'coarsening upward' opeenvolgingen in de Formatie van Baarlo over naar dunnere 'fining upward' en 'coarsening upward' opeenvolgingen in de Formatie van Ruurlo.
De ondergrens wordt getrokken aan de basis van de zandsteen die de bovenste dikke 'coarsening upward' opeenvolging afsnijdt. Vaak wordt op boorgatmetingen een algehele verschuiving in loguitslagen gezien, wat het meer siltige karakter van de Formatie van Ruurlo weergeeft. Boven de grens wordt vaak een toename in het aantal steenkoollagen aangetroffen. De Formatie van Klaverbank is een lateraal equivalent in de noordwestelijke offshore.
Gemarkeerd door de abrupte overgang naar de steenkool gedomineerde kleistenen van de Formatie van Maurits.