Step Graben Formatie

Code
DCHP
Status
Formeel (Van Adrichem Boogaert & Kouwe 1995).
Lithologische beschrijving

Rood- tot oranjebruine, grijze of bonte, siltige tot fijnkorrelige zandige kleistenen. Ingeschakelde zandstenen bestaan uit 2 tot 10 m dikke lagen. De zanden zijn wit, grijs of roodbruin, subhoekig tot afgerond, matig tot goed gesorteerd, fijn- tot middengrofkorrelig, met grofkorrelige grindige inschakelingen. Carbonaathoudend materiaal komt in sommige grijze intervallen veel voor, met name in de onderste sectie. Steenkoollagen zijn beperkt tot een paar locaties en specifieke stratigrafische horizonten. Enkele dunne, lichtgrijze dolomitische kalksteenlagen kunnen worden aangetroffen.

Afzettingsmilieu

Goed gedraineerde overstromingsvlakte. Tijdens bepaalde perioden van verhoogde waterstand ontstonden moerasgebieden waarin slecht-gedraineerde bodems vormden. Kleistenen met dunne lagen zandsteen: distaal afzettingsmilieu. Zandstenen: vlakteafspoeling of kleinschalige fluviatiele geulsystemen (Leeder 1990; Besly 1988; Besly 1993).

Definitie ondergrens

Getrokken aan de top van de bovenste massieve zandsteenlaag van de Formatie van Hospital Ground, en wat bedekt wordt door een meer dan 60 m dik kleisteen interval. Lokaal kan de Step Graben Formatie direct op de Formatie van Maurits rusten. Dit contact kan discordant of concordant zijn. In de nabijheid van het Mid Noordzee Hoog en Schill Grund Hoog kan de formatie discordant op oudere formaties rusten, analoog aan de Brig Formation offshore VK (Cameron 1992).

Definitie bovengrens

Discordant bedekt door de Boven-Rotliegend Groep, bestaand uit een opeenvolging van oranjerode, evaporitische kleistenen (Formatie van Silverpit) met of zonder dunne basale zandsteen (Formatie van Slochteren). De top van de formatie wordt gevormd door het Saalische Discordantie.

Dikte indicatie
Tot 217 m.
Geografische verbreiding
Regionale correlatie
VK: Upper Ketch Unit of the Schooner Formation; DUI: ?; BEL: ?.
Ouderdom
Moscovien.
Holostratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
3462 - 3641m (179 m)
Parastratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
3983 - 4058 m (75 m)
Parastratotype
Diepte (dikte) langs boorgat:
3651 - 3735 (84 m)
Oorsprong naam
Vernoemd naar het Step Graben, een breukblok tussen het Elbow Spit Hoog en de Centrale Slenk. De formatie wordt in de buurt van dit gebied aangetroffen.
Vorige benaming(en)
Geen.
Gereviewed door (datum)
Tom van Hoof (2017).
Referenties
Leeder, M.R. & Hardman, M. 1990. Carboniferous of the Southern North Sea basin and controls on hydrocarbon prospectivity - ln: Hardman, R.F.P. & Brooks, J. (eds.): Tectonic events responsible for Britain's oil and gas reserves - Geol. Soc. London, Spec. Publ., 55,
87-105.
Besly, B.M. 1988. Palaeogeographic implications of late Westphalian to early Permian red beds, central England. ln: Besly, B.M. & Kelling, G. (eds.), Sedimentation in a synorogenic basin complex - the Upper Carboniferous of Northwest Europe, 200 - 221.
Besly, B.M., Burley, S.D., Turner, P. 1993. The late Carboniferous 'Barren Red Bed' play of the Silver Pit area, Southern North Sea. ln: Parker, J.R., (ed.): Petroleum Geology of Northwest Europe, Proc. 4th Conference, Geological Society London, 727-740.
Cameron, T.D.J., Crosby, A., Balson, P.S., Jeffrey, D.H., Lott, G.K., Bulat, J., & Harrison, D.J. 1992. U.K. Offshore Regional Report: Geology of the Southern North Sea - British Geol. Surv., HMSO, London, 152 pp.
Van Adrichem Boogaert, H.A. & Kouwe, W.F.P. 1995. Stratigraphic nomenclature of The Netherlands, revision and update by RGD and NOGEPA, Section C, Silesian. Mededelingen Rijks Geologische Dienst, 50, 1-40.
Citeer als
TNO-GDN ([YEAR]). Step Graben Formatie. In: Stratigrafische Nomenclator van Nederland, TNO – Geologische Dienst Nederland. Geraadpleegd op [DATE] op http://acc.dinoloket.nl/stratigrafische-nomenclator/step-graben-formatie.