In de Roerdalslenk voornamelijk lichtgrijs tot groengrijs, zeer fijnkorrelig (63-150 µm) glimmerhoudend zand, gevolgd door (donker)groengrijze klei die naar boven toe overgaat in zand. Op het Peelblok en Venloblok bestaat de formatie voornamelijk uit zanden. Hier is het lastig om de laagpakketten van Voort en Someren te onderscheiden zonder de hulp van biostratigrafische data. Buiten de Roerdalslenk en aangrenzende blokken bestaat de formatie uit kleien en siltige kleien; aan de basis en in het middelste deel komen siltige tot zandige inschakelingen voor.
Ondiep marien. Binnen- tot buiten-neritisch milieu. Waterdiepte was minder dan 200 m.
Zuid-Nederland: concordant of licht discordant op het Laagpakket van Steensel (Rupel Formatie). De grens is scherp en wordt bepaald door het voorkomen van een duidelijke kleilaag aan de basis. Waar het Laagpakket van Steensel ontbreekt, ligt de formatie licht discordant over het Laagpakket van Boom (Formatie van Rupel).
Discordant bedekt door de Formatie van Breda, met uitzondering van de axiale zone van de Roerdalslenk. De bovengrens wordt gekenmerkt door een overgang van lichtgekleurde naar donkergekleurde glauconietzanden.